deStudio.be

Projectpagina.

Uitdaging n°6, het oog en zijn omgeving.

Het is goed om aan de hand van het schetsen kennis te nemen van de visuele informatie die de prenten op de projectpagina bevatten. Een eigen vertaling maken van bijvoorbeeld de vorm van een oogkas, zelf de plaatsing van dit oppervlak in het grotere geheel bestuderen, is voor een tekenaar van erg groot belang. Studeren naar dergelijke prenten en diagrammen (in een eigen shorthand methode) kan bovendien ook interessant zijn als onderzoek naar de manier waarop u aan uw ideeën over vormen uitdrukken geeft.
*
* Bestudeer de oogkassen (benige delen met lijnen)

Teken de stand van de oogkas (teken schetsend en gebruik middellijnen), bestudeer de vorm en proporties, geef aan op welke manier ze ongelijkmatig is en hoe ze zich tot het geheel verhoudt, bvb tov het jukbeen, neusbeen en andere delen.

Maak vervolgens een studieblad met de plaats van het oog in de oogkas en de vorm van het oog. Teken de constructielijnen, de proporties van het kaakbeen (zie afbeelding Hogarth) en de kaakbeenboog (afbeelding Hogarth).Links naar de prenten hieronder.
Hier
Hier,
Hier
Hier
*
*

Bestudeer de vlakken rondom de oogkassen
Via een uitsnede uit de vlakken van het aangezicht van Reilly kan je gemakkelijker de volumes vatten waarbinnen we het oog dan kunnen situeren.

*
*

Bestudeer de tekening van Sabin Howard
In een eigen shorthand methode kan je best ook eens tekenen naar de manier waarop Howard uitrdukking geeft aan al deze vormen.
Ze bevat een schat aan informatie (o.a. over de restgebieden tussen het oog en de oogkas, oogwallen, kraaiepootjes, enzomeer) *
* U kan al deze kennis in één uitgewerkte studie stoppen.
Hieronder enkele uitsnedes die u kunnen inspireren.
*
Verder naar onderen nog enkele ideeënschetsen door Bridgman

*

*
*
*
[/attachment][/attachment][/attachment][/attachment] *
*
*
*
*


enkele ideeënschetsen door Bridgeman, uit complete guide to drawing from life.
*
*
*
dit is de LINK NAAR DE INTRODUCTIEPAGINA

*
*

Hieronder een compilatie van beeld en tekst uit Ted Seth Jacobs , the structure of man (
met meer info over oog en omgeving, oa wenkbrauwen, wimpers en oogleden).
Fig 3 Beide oogleden hebben een dunne rand
(onderste wijst opwaarts ,de bovenste neerwaarts)*
de randen zijn niet dezelfde dikte --zijn dunner naarmate het midden toe en
worden wijder naar buiten toe.


Figuur 4 Wenkbrauwen staan dwars (scherp dwarscheeps in de richting van de neus) tov de wenkbrauwbrug
- het onderste ooglid is vernauwd naar de hoek van neus toe en wordt wijder naar de buitenhoek toe.
Fig. 5 De wenkbrauw is een samenstelling met tussenpauzes
tussen de structurele elementen, waar de haren uitdunnen.
De bovenste en onderste contouren vd wenkbrauw zijn niet parallel en hebben dikte/

De sub vormen van het onderste ooglid verlopen krom opwaarts (curve upwarts)
De contour van de ganse bovenste rand van het onderste ooglid kromt licht neerwaarts maar lijkt aanzienlijk recht vanuit dit gezichtspunt.
Fig.3 De structuren omcirkelen ter bescherming de oogbal

*
*
* Het uiteinde van de wimpers volgt een curve zoals getoond in fig 1 geïllustreed door een contour boven de wimpers. Wimpers rollen opwaarts vanaf het ooglid van waarop ze ontspringen. Meestal meer naar het centrale gedeelte en iets minder naar de buitenzijde toe.
(De uitwaarts gelegen contour van de iris is meer afgerond tov(?)

De binnenhoek in figuur 4 rond de iris blokkeert het grootste deel van het zicht

Zoals bij de mond volgt het oog niet een continue curve maar verandert deze vorm op het einde van richting. De algemene centrale sectie is rond, maar aan de hoeken gaan deze verder in de tegenovergestelde richting, en worden min of meer recht. Daarom zien we aan de rechterzijde de ooghoek opduiken vanachter de iris.
De wenkbrauw kan opgedeeld worden in 3 grote structuren
- centrum (langst en dikst) (boven en onder contouren zijn niet parallel)
- de buitenste vleugel loopt uitwaarts naar een punt toe (tapers)
- aan de zijde van den neus is r een aparte sectie wenkbrauw die vanonder de wenkbrauwrand naar boven krult.
- Onderzijde van de centrale structuur rolt scherp onder en over de wenkbrauwrand .

Fig 2 illustreert varierende wijdtes van de oogleden (worden wijder naar beide randen toe, richting- buitenzijde)

Naar de buitenzijde toe gaat de ooglidrand zacht over in het ondervlak van de het ooglid. Het ooglid wordt wijder naar beide hoeken toe. Aan de binnenste hoek, is het ooglid over het algemeen ook ronder en draait het langzamer over in de onderzijde van het ondervlak.


De wenkbrauw staat dwars. Van binnen naar buiten toe komt ze van onder de rand naar over de rand.


*
* Fig 1A . de wenkbrauw als een vereenvoudigd plat vlak voorgesteld.

*
*

Figuur 3 toont de de variërende vorm van de oogkas.

Afbeelding (daaronder) aan de binnenzijde kromt de wenkbrauwrand zeer diep op een neerwaarste schuin vlak dat dan nauwer wordt en vlakker aansluit bij de structuren van de neus