Toonwaarden, inleiding

Deze blog is bedoeld als aanvulling op de praktische lessen die gegeven worden in ons Atelier waar we, door het beoefenen van de teken- en schilderkunst het inzicht hierin hopen te verdiepen, de werklust op te wekken en de inspiratie te voeden .

Post 1 van 6 over toonwaarden

1. Toonwaarden: inleiding

Toonwaarden vormen een interessant thema omdat ze een essentieel onderdeel zijn van het beeld, zowel in de teken- als schilderkunst. Tezelfdertijd zijn ze ook veel minder gekend bij het grote publiek dat om historische redenen meestal de lijn, al dan niet samen met de kleuren, als belangrijkste elementen van het beeld kent. Tonale verdelingen in een compositie spelen een minstens even grote rol.

Nu lijkt het alsof de vertaling van het licht/donker in de schilderkunst, de omgang met contrasten en tonaliteit een persoonlijk, per kunstenaar en per stijl sterk variërend gegeven is.
Dat is ook zo, maar het betekent niet dat hier geen wetmatigheden gevolgd worden of te vinden zijn.

J.Vermeer, het straatje 1658

 

James Abbott McNeill Whistler nocturne – Cremorne Lights 1872
De samenhang van de toonwaarden maakt de harmonie in het beeld. Zoals een noot in een orkest te hoog of te laag kan zijn zo kan toon in een beeld “out of tune” zijn en  niet beantwoorden aan de harmonie die men verwacht. (Vrij vertaald naar Harold Speed). .

 

Een aantal auteurs (meestal voor het grote publiek onbekende namen van rond eind 19de E en begin 20ste E. , zoals Loomis, Jacobs, Speed en Munsell) zijn er in geslaagd de kennis van klassieke technieken in hun handboeken neer te schrijven. Ze omschrijven ook het fenomeen van toonwaarden objectief en weten ze tot praktische inzichten te vertalen.

Als we de definitie van Loomis als uitgangspunt nemen, zijn toonwaarden alle mengingen tussen zwart en wit en de relaties daartussen. Bij een monochrome tekening valt het belang van toonwaarden gemakkelijker in te zien dan bij een gekleurde voorstelling zoals bijvoorbeeld bij een schilderij.  Als we een beeld “in kleur” willen beoordelen op de licht/donker kwaliteiten, en er de relaties tussen de toonwaarden van willen begrijpen dan moeten we de kleurinformatie in dat beeld omzetten in grijswaarden. Het is weliswaar moeilijk om de toon te onderscheiden van de kleur. We kunnen ons beeld proberen te verdoezelen door met half open ogen te kijken naar het onderwerp of door te kijken door een rood glas. We kunnen ook de tabellen van Munsell gebruiken om de toonwaarde te bepalen van elke kleur.  En met deze online applicatie kunnen we zelf zien hoe gemakkelijk of moeilijk het is om toonwaarden met kleursoorten “te matchen”, (vanop de site the dimension of Colour , door David Briggs. (sommige toepassingen vragen de installatie van adobe flash wat spijtig genoeg niet op alle systemen werkt).

De voornaamste functie van toonwaarden bestaat erin de illusie van diepte te verschaffen. Daar waar lijn ons de contouren van de dingen geeft, (en lijn de idee toont), verschaft toonwaarde ons dus de weergave van ruimtelijkheid en de derde dimensie of diepte in het beeld. De atmosfeer, de materieweergave in het beeld en de meer poëtische interpretatieve mogelijkheden ervan worden door de beheersing van een combinatie van toonwaarden samen met tekening verkregen, (d.w.z. met lijn en toon en andere tovenarij).

 

John Singer Sargent, houtskool, portret van Robert Gould Shaw, 1923, in een zwart wit afbeelding verschaft toonwaarde ook informatie over kleur.

De cijfers van de  toonwaarden worden in de volgende blogpost verder uitgelegd. De toonwaarde van het papier komt overeen met het hooglicht op het model in bovenstaande tekening van Sargent!  (circa toonwaarde 6 op de toonschaal van Munsell, (d.i. donker licht ofwel “low light”).

De schaduwen zelf gaan niet dieper dan een toonwaarde 2.
Toonwaarde 1 werd alleen zeer spaarzaam gebruikt voor de donkerste accenten (op de wimpers, op plaatsten waar helemaal geen licht kan komen – de zogenaamde occlusie, en  om de contour van het hoofd op te laten gaan in de achtergrond). 
Door de kleur van het blonde kapsel te suggereren werkt de sfeer van een “donker licht” of “low light” nog beter.

 

portret v. Manuel Benedito en van Miguel Llobet ,

Ramon Casas, circa 1900: houtskool op papier met een toonwaarde 7, opgehoogd met wit.
Een tekentechniek met het volledige tonale bereik van zwart tot en met wit, door het materiaal uit te breiden met ophogingen, hier in dit geval met witte verf.  Daardoor is er een mogelijkheid de lichtste tonen vorm te geven, vrgl. de zonovergoten sfeer op de muur (toonwaarde 9) en in het portret van Manuel Benedito (toonwaarden 7, 8 tot 9). Er is een droge penseeltechniek gebruikt met licht transparante tot dekkende toetsen witte verf. De hooglichten op zijn gezicht werken als spiegelend licht op een vochtige huid (toonwaarden 8 tot 9).

Deze, vorige en volgende afbeeldingen zijn voorbeelden van tekeningen met een medium dat het volledige tonale bereik aankan van de toonschaal.

Houtskool, krijt, inkt en verf kunnen, al dan niet in combinatie met het papier, alle stappen tussen zwart en wit maken. Grafiet kan dat bijvoorbeeld niet, men moet hier de toonwaarden aanpassen aan het medium

 

 

Onderstaande tekening door Pietro Annigoni waaruit hierboven een detail, (1910 – 1988), is een samenwerking tussen lijn, tonaliteit en kleur. Het betreft een voorstudie of een ondertekening voor een schilderij. Het is getekend met penseel op een imprimatura (een grondtoon) met een lichte toonwaarde, (ong. toonwaarde 8 op de schaal van Munsell). Er is in de achtergrond wat kleur aangebracht en er zijn delen waar de imprimatura nog zichtbaar is: vrijwel rond het gehele kapsel,en enkele  zuinige hooglichten  in het gezicht.

 

Het moge duidelijk zijn dat zelfs ook in de lijntekening de relaties tussen de toonwaarden over de volumeweergave heerst. Het lijnenwerk blijft ondergeschikt voor het geven van volume aan het beeld. Er is subtiele modellering van toonwaarden die zich onder de evenwijdige arceringen bevinden. In de evenwijdige arceringen zijn in elke lijn afzonderlijk ook nog eens accenten aangebracht die het volume versterken. De ronde penseeltoetsen op de drapering maken ook gebruik van donkere accenten om de driedimensionale vorm te benadrukken.

Pietro Annigoni, tekening ,voorstudie of onderschildering circa 1950(?)

 

In een volgende post gaan we nader in op toonschalen en lokale waarden.