“Practice of Oil painting & Drawing”

 

Uit: “The Practice of Oil painting & Drawing” door Solomon J. Solomon. 1911,
Dover Books, 2012 (277 blz. met 57 zwart-wit afbeeldingen,  (heruitgave aangevuld met 32 afbeeldingen in kleur).

De Practice of Oil Painting is onderverdeeld in 2 delen. Het eerste deel is gericht op een aantal bruikbare oefeningen in de schilderkunst, te beginnen met aanwijzingen en opmerkingen over  de tekenkunst: het bereiken van accurate vormen door metingen van lijnen en vormen voor de tekening tot relaties van exacte tonaliteiten in de schilderkunst. Het tweede deel bestrijkt meer dan de helft van het boek en  handelt over de methodes van de Meesters.

Hieronder enkele principes en aandachtspunten beperkt tot een paar belangwekkende opmerkingen uit het hoofdstuk tekenkunst (voor deze blogpost toegespitst op het portret).  Over de tekenmethode in het bijzonder, zoals die aan bod komt in de eerste twee hoofdstukken, volgt in een latere post nog meer.

De tekeningen zijn vooral opgevat als lineaire oplossingen met zeer zuinige tonale uitwerkingen. De nadruk ligt op de lijn en op strakke contouren, nodig voor een uitwerking in de schilderkunst.

In hoofdstuk drie: “construction of the head”. geeft Solomon de raad om ook de schedel te bestuderen. Naast de benige delen van de schedel zal verder de plaatsing van het oor ons best  de acties van het optillen of omlaag brengen van het gezicht laten zien. Vergelijk onderzijde v.h. oor in beide diagrammen: het gezicht kijkt naar beneden, de oren zijn relatief hoger geplaatst, – het gezicht kijkt naar boven, onderzijde v.h. oor is nu ter hoogte van de kin.  Als het gezicht naar beneden kijkt,  zoals in de prent direct links onder, merk dan op dat de ruimte tussen de wenkbrauw en het oog kleiner wordt.

 

Hetzelfde principe is bruikbaar om alle standen van het gezicht te begrijpen. Bij het gezicht dat van ons weggedraaid is zoals bij onderstaande afbeelding is het oor hier de meest duidelijke determinant voor de stand v.h. gezicht. – links: de positie van het oor met het gezicht licht weggedraaid, (zogenaamde verloren profiel, afstand tussen oor en voorzijde v.h. hoofd wordt kleiner ), rechts de positie van het oor vergeleken met de “Mastoid” (borstbeen-sleutelbeen-tepelspier, de afstand van het oor tot het achterhoofd wordt nu nog groter.)
De  vaste delen van het hoofd moeten elkaar beantwoorden,  vrgl.: als het hoofd naar rechts helt dan zal het linker oor hoger staan dan het rechter, en zo verder.

 

 

onderstaande diagram van het oog: 1. constructie van het oog, 2. en 3. twee ogen van een vrouw, 4. en 5. twee ogen van een man, 6. een oog van een kind.
opmerkenswaardig: de iris is altijd “voelbaar” onder de oogleden aangezien deze bovenop de oogbol geplaatst is, vrgl. 1. constructie van het oog . Dat is ook zo als het oog uit het midden wegkijkt naar een van de ooghoeken, vrgl. 4.en 5.

 

Onderstaande prent toont twee aanzichten van de mond, kin en wang die in een drie kwart opstelling staan. Bij de studie naar het leven zal het model natuurlijk nooit helemaal stil blijven zitten. Ik leef mee met de tekenaar zegt Solomon, maar laat de ruimte (afstand) tussen de top van de neus en de achterliggende contour van de wang uw gids zijn. Vertaling van het bijschrift: Perspectivische verkorting van de mond met de relatie tot de neus en de wang. Een veralgemening te maken van een per individu zo sterk variërende vorm van bijvoorbeeld de neus is nagenoeg onmogelijk. Bestudeer echter ook de anatomie van de neus en tracht dan ook  de plaatsing t.o.v. de mond te vatten. Iedere vorm heeft zijn overzijde: een goed tekenaar heeft de kracht om bij de toeschouwer de aanzichten van de vormen te realiseren die buiten het zicht vallen. Solomon wijst op het belang in deze oefening om extra aandacht te hebben voor het het vloeien van de lijnen. Teken ze een na een met aandacht voor de plaatsen waar deze onderschept worden.