hoofdstuk 9, de spier van Pijn, de wenkbrauwspier, (m.Corrugator supercilii, O, Plate 1)

9. De spier van pijn
de wenkbrauwspier (m. corrugator supercilii)

De werking van de wenkbrauwspier (m. corrugator supercilii) was slecht bekend in zijn tijd, schrijft Duchenne, terwijl deze toch een zeer belangrijke rol in de gelaatsuitdrukking speelt. Daarom koos hij voor een groter aantal illustraties dan voor de andere spieren die de wenkbrauw bewegen.

Platen 19 tot en met 25 tonen de matige stimulering, gecombineerde en overmatige stimulering van de wenkbrauwspier, ook de spontane expressie van de wenkbrauwspier. De expressie van pijn verandert in een onherkenbare uitdrukking als de wenkbrauwspier overmatig gespannen wordt.

De wenkbrauwspier drukt lijden uit; we zien gradaties van pijn, de pijnlijke herinnering tot een groot lijden met berusting, met tot slot de grens van de pijn, de pijn die tot de totale uitputting leidt. In deze bespreking worden de andere delen van het gezicht ook betrokken, zoals de open mond, de kijkrichting, zoals de opwaarts en zijwaarts gerichte blik. De levensfasen, het geslacht en leefomstandigheden worden erbij betrokken. Niet enkel de uiterlijke vormverschillen verschillen hierbij, maar ook onze interpretatie hiervan.

 wenkbrauwspier (m. corrugator supercilii)
Plaat 19 hierboven de expressieve lijnen geproduceerd door matige elektrische samentrekking van de wenkbrauwspier (m. corrugator supercilii).

Rechterkant: de elektrische matige samentrekking van de wenkbrauwspier, m. corrugator supercilii: expressie: lijden (suffering).
Aan de linkerkant is het gezicht ontspannen, met een verloren blik (de proefpersoon was op het moment van het experiment in deze toestand).

 

Vormen en lijnen:

We zien

  1. dat de kop van de wenkbrauw bolvormig is, en een omtrek heeft die deels doorloopt op het voorhoofd;
  2. dat de wenkbrauw schuin naar beneden en naar buiten is gaan lopen als een kronkelende lijn die bestaat uit twee krommingen, de ene vanuit het midden (mediaal) met een buiging naar beneden, (een superieure concaviteit), de andere aan de zijkant gelegen (lateraal), met een buiging naar boven (een inferieure concaviteit);
  3. dat zich op het centrale deel van het voorhoofd, aan de gestimuleerde zijde, verscheidene dwarse huidplooien hebben ontwikkeld en dat lateraal van deze plooien de huid is afgeplat boven het mediale deel van de wenkbrauw;
  4. tenslotte dat de huid is uitgerekt ter hoogte van de kop van de wenkbrauw en de ruimte tussen de wenkbrauwen, terwijl zij naar beneden is gedrukt onder het laterale tweederde deel van de wenkbrauw.

Voor lijnen, reliëfs en vormen zie hieronder, plaat 20 waarop deze beter geaccentueerd zijn, beide wenkbrauwspieren zijn samengetrokken.

Plaat 20: Elektrische stimulatie, in matige mate, van de beide wenkbrauwspieren. Groot lijden, met berusting.

De lijnen, reliëfs en vormen

(1) De vormen zijn regelmatiger en beter geaccentueerd dan vorige plaat. We zien de wenkbrauwspieren (in plaat 20 hierboven) aan beide zijden samentrekken. De centrale rimpels van het voorhoofd komen samen en beschrijven op de middellijn een kleine welving met een neerwaartse buiging . Deze lijnen eindigen zijwaarts ter hoogte van een derde deel van de wenkbrauw (ongeveer ter hoogte van de pupil); (in de tekst staat ter hoogte van het middenste mediale derde). Deze groeven zijn ongeveer vier in aantal in plaat 20, maar bij de vrouw op platen 26 en 27 zijn de centrale lijnen van het voorhoofd talrijker.


Antagonisme tussen m. corrugator supercilii (wenkbrauwspier) en m. frontalis (voorhoofdspier)
PLAAT 21: Laat het antagonisme (de tegengesteld werking van spieren) zien tussen m. corrugator supercilii en m. frontalis bij hetzelfde individu.

Ten tijde van het experiment was de blik van de proefpersoon naar boven gericht en was zijn voorhoofd over de hele breedte gegroefd, (zoals te zien is aan de linkerkant van deze figuur.)

Aan de rechterkant, pijnlijke herinnering. matige elektrische stimulatie van de wenkbrauwspier m. corrugator supercilii en een opwaartse blik:
Links: vrijwillige samentrekking van m. frontalis en een opwaartse blik: herinnering of iets voor de geest halen.

(Duchenne komt terug op de combinatie van de spier van pijn en deze vd aandacht, bij de bespreking van plaat 24).

Teveel samentrekken van de wenkbrauwspier maakt deze niet lager expressief
Plaat 22: Voorbij een bepaalde mate van samentrekking, en in sommige omstandigheden, is de wenkbrauwspier, corrugator supercilii niet langer expressief.

Platen 22 en 25 bewijzen dat er een mate van samentrekking is waar de wenkbrauwspier, zijn expressieve eigenschap mist. Onder deze omstandigheden is het niets meer dan een hevige spierspasme, bijvoorbeeld veroorzaakt door een verblindend licht.

 

Pijnlijke herinnering of pijnlijke gedachten
Plaat 23: De expressieve lijnen van de wenkbrauwspier, in een matige vorm samentrekkend bij een jonge proefpersoon. Pijnlijke herinnering of pijnlijke gedachten.

Matige (vrijwillige) contractie van de wenkbrauwspier en een opwaartse blik: We herkennen weer een verontrustende herinnering, een bittere gedachte, in plaat 23. Deze uitdrukking kan waarachtig overkomen bij deze jonge man. Zijn gepijnigde blik, die naar de lucht is gericht, kan erop wijzen dat zijn ziel wordt aangetrokken door God van wie hij om hulp smeekt bij zijn lijden of ongeluk. Bij een jonge volwassene worden de centrale groeven van het voorhoofd geproduceerd door de wenkbrauwspier maar deze zijn minder talrijk; en de lijnen worden niet onderbroken door kleine scheurtjes of rimpels, zoals in platen 19 en 20. Twee ervan zijn te zien op plaat 23, waar de wenkbrauw in iets minder mate gebobbeld is.

 

oog is schuin naar boven en lateraal gedraaid
Plaat 24: Een sterkere mate van vrijwillige samentrekking dan in Plaat 23. Het oog is schuin naar boven en lateraal gedraaid, samentrekking van m. frontalis.

Links de vrijwillige samentrekking van m. corrugator supercilii sterker dan in plaat 23, de mond half open: extreme pijn tot het punt van uitputting; het onderwerp lijkt te bezwijken onder het lijden: het hoofd van Christus.
Rechts de vrijwillige samentrekking van de spier van aandacht de voorhoofdspier, (de m. Frontalis) met de blik een beetje schuin opwaarts en met de mond licht geopend: herinnering aan liefde of extatische blik.

We kunnen begrijpen hoe en waarom de wenkbrauwen in deze laatste figuur verschillende bewegingen (standen) maken. Natuurlijk, om de pijnlijke invloed van de wenkbrauwspier , m. corrugator supercilii goed in te schatten, in plaat 24, moeten we het rechteroog maskeren.

Zeer sterke spasme van de wenkbrauwspier
Plaat 25: Zeer sterke spasme van de wenkbrauwspier, geproduceerd door een sterk licht in het oog te schijnen, hetzelfde subject in profiel gezien: geen uitdrukking van pijn.

In plaat 25 werd de proefpersoon gevraagd naar een door de zon verlichte muur te kijken die deze helder weerkaatste. Hij contracteerde zijn mm. corrugator supercilii op een sterke en onvrijwillige wijze. Vergelijk deze afbeelding met platen 23 en 24, en u zult zien dat geen van deze afbeeldingen pijn uitdrukt; we herkennen enkel dat de wenkbrauwspieren in een kramp zijn verwikkeld.

Median voorhoofdsrimpels
Plaat 26: Mediane voorhoofdsrimpels geproduceerd door de samentrekking van m. corrugator supercilii, bij een 52-jarige vrouw, wiens huid dun is door de wind en door de invloed van zonlicht.
Links een lichte vrijwillige samentrekking van m. frontalis, met een licht zijwaartse blik: aandacht, aandachtige blik.
Aan de rechterkant, matige elektrische stimulatie van de wenkbrauwspier , met een laterale blik: uitdrukking van pijnlijke aandacht.

 

Het subject op de platen 26 en 27, werd gefotografeerd om de centrale, “pijnlijke” lijnen van het voorhoofd te bestuderen. Zij is van middelbare leeftijd en haar huid is zeer delicaat en beschadigd door langdurige blootstelling aan de elementen. Deze twee platen laten ons een andere nuance van pijn zien. De richting van de blik van de vrouw laat zien dat haar emoties worden opgewekt door een oorzaak van buitenaf. Door de gestimuleerde kant van deze platen te maskeren, kunnen we zien dat de natuurlijke uitdrukking van deze vrouw aandacht was. Als we dan de opgewonden kant ontdekken, zien we de uitdrukking van pijn.

In plaat 26, is de elektrische excitatie van m. corrugator supercilii veel minder sterk dan in plaat 27, de uitdrukking is dienovereenkomstig minder pijnlijk.

Naarmate de contractie van de wenkbrauwspier, m. corrugator supercilii sterker wordt, zal de wenkbrauw schuiner staan. In plaat 22 staat deze schuiner dan in de platen 19 en 20, in plaat 25 dan in de platen 23 en 24, in plaat 27 dan in plaat 26, en in plaat 29 dan in plaat 28. De reden hiervoor is de verschillende mate van contractie van de wenkbrauwpier.

Duchenne merkte op dat er echter proefpersonen zijn bij wie de m. corrugator supercilii, zelfs bij maximale contractie, niet veel scheefheid aan de wenkbrauw geeft, omdat de kop van hun wenkbrauw wordt tegengehouden door een krachtige m. procerus spier.

 

Lijnen door de wenkbrauwspier, m.corrugator supercilii bij een 6-jarig meisje.
Plaat 28: Lijnen geproduceerd door matige samentrekking van m. corrugator supercilii, bij een 6-jarig meisje.

Aan de rechterkant, matige elektrische samentrekking van m. corrugator supercilii: pijn.
Aan de linkerkant, spasme die het neerlaten van de hele wenkbrauw veroorzaakt, veroorzaakt door een licht in de ogen te schijnen.

De minste samentrekking van m. corrugator supercilii, in de kindertijd, geeft het gezicht altijd een acute uitdrukking van lijden. Men kan niet naar de rechterkant van plaat 28 kijken, waar deze spier zwak wordt gestimuleerd, zonder geraakt te worden door de pijn die het jonge meisje lijkt te ervaren. Om de uitdrukking in dit bord echt te ervaren, moet je de linkerkant afdekken
Plaat 28, hierboven, stelt de eerste graad van samentrekking van m corrugator supercili voor.

Plaat 29: Sterkere elektrische stimulatie van m. corrugator supercilii met een opwaartse blik, bij een 8-jarig meisje: pijnlijke herinneringen – een onnatuurlijke uitdrukking voor deze leeftijd.Volgende:10. De spieren van de lach, van vreugde, de grote jukbeenspier (m. zygomaticus major) en van de welwillendheid, de oogkringspier (m. orbicularis oculi) , I. en E, Plate nr 1