hier samengevat…
I. De toepassing op anatomie en fysiologie
A.
Omtrent de fysiologie van de spieren merkt Duchenne op dat deze een andere vorm hebben dan de spiergroepen in de overige delen van het lichaam. Hij schrijft: “de meeste gezichtsspieren lijken in elkaar over te lopen, vooral als je ze van binnenuit bestudeert.” Hij toont echter aan dat dit nuancering vereist, “door gebruik te maken van de echte levende anatomie van elektromusculaire verkenning konden we aantonen dat de fibrillaire continuïteit een illusie was.” Duchenne: ”Zonder vooruit te lopen op latere hoofdstukken, kan ik zeggen dat ik de grenzen heb ontdekt van sommige spieren waarvan werd aangenomen dat ze in elkaar overgingen. Voor sommige hiervan werd sindsdien door dissectie bevestigd dat het één enkele spier betreft (bijvoorbeeld m. pyramidalis).”
B.
Elektrofysiologie toont het bestaan aan van spieren die nog niet geclassificeerd of benoemd zijn. Ik zal enkele voorbeelden aanhalen. Een elektrode, geplaatst op de neusvleugel verwijdt het neusgat, zoals gebeurt bij de diepere emoties. Anatomen moesten opnieuw kijken om een spier te vinden die verantwoordelijk was voor deze beweging en ze gingen zelfs zo ver dat ze het bestaan van spiervezels in het ala van de neus ontkenden.
II. De toepassing op psychologie
A. Een samenvatting van de gestimuleerde expressieve spieren en de expressies verkregen in mijn elektrofysiologische experimenten
a)
Duchenne: “Ik heb in hoofdstuk 2 laten zien dat er een hiërarchie bestaat onder de expressieve spieren van het menselijk gezicht, omdat ze niet allemaal even belangrijk zijn in het spel van gezichtsuitdrukking. In het eerste niveau bevinden zich de onafhankelijke spieren die verschillende hartstochten of geestestoestanden uitdrukken, door hun geïsoleerde samentrekking, op de meest volledige manier. Een tweede groep omvat spieren die de expressieve lijnen aangeven van een emotie waarvoor ze de unieke vertegenwoordiger zijn, zoals in de eerste groep, maar die ze niet volledig kunnen weergeven. Ten slotte zijn er in een derde groep spieren die, in samenwerking met anderen, bepaalde emoties specifiek uitdrukken of aanvullen. Deze spieren zijn echter niet expressief in isolatie.” Hier is een lijst van deze expressieve spieren gerangschikt in hun hiërarchie: